Zoals veel carnavalsgemeenten, kent ook Zand hazendurp veel tradities.
Het volkslied bijvoorbeeld: M’n eige Durpke, geschreven door Toon van Balkum,
werd voor het eerst vertolkt door het toenmalige revuegezelschap Levensvreugd.
Jo van Hoof zong het volkslied.
Een traditie die tot heden ten dage voortduurt is het bezoek van stichting Vrienden van het Rosmalens Carnaval aan instellingen in Rosmalen zoals Coudewater en De Binckhorst.
In de jaren zestig vond de onthulling van Hannus d’n Heiboer plaats op het plein voor De Kentering.
Van daaruit hield Hannus gedurende carnaval een oogje in het zeil op zijn feestvierend volk.
Prins Mart d’n Eerste werd ingehaald vanaf het kleine station aan de Stationsstraat, waar bij hoge uitzondering één maal per jaar een trein stopte.
Op carnavalszaterdag werden prins en gevolg verwelkomd door hun onderdanen, waarna de sleuteloverdracht (toen nog in besloten kring)
plaatsvond in het gemeentehuis.
Carnaval ging van start met een groots Prinsenbal in residentie De Kentering, onder toeziend oog van kasteelheer Bert van ’t Schip.
Nog zo’n traditie: de Reutemeteutrit.
Autoclub Quo Vadis nam het initiatief voor een carnavaleske autopuzzelrit die ook nu nog verreden wordt op zondag voor carnaval.
Dit evenement is nog steeds populair en trekt jaarlijks veel deelnemers.
In 1973 maakt Prins Mart d’n Eerste plaats voor Prins Mart dun Twidde: Mart van ’t Root, met als zijn rechterhand adjudant Mart Bergkamp.
In de tussentijd was Zandhazendurp druk bezig geweest met de organisatie van ‘zittingsavonden’.
Carnavalvierend publiek, aan lange tafels gezeten, krijgt dan een amusementsprogramma voorgeschoteld met optredens van onder andere tonproaters, Hofkapel en dansmariekes.
Voorafgaand aan carnaval zendt de Duitse televisie dit soort avonden ook nu nog rechtstreeks uit.
Aan organisatietalent heeft het in Zandhazendurp nooit ontbroken.
Namen als Jos de Letter, Huub van Helvoirt, Piet van Creij, Huub Breuer en Jos Heijmans staan met dik gedrukte letters in de carnavalarchieven geschreven.
Mart van ’t Root bleef twee jaar prins van Zandhazendurp en droeg daarna de scepter over aan Prins Richard dun Urste (Richard Goossens), met als zijn rechterhand adjudant Bart van de Ven.