Vorige week is een nieuwe poging ondernomen om de waterbekkens ten oosten van de Groote Wielen te beplanten met rietkragen.
Een eerdere rietbeplanting, vorig jaar, mislukte omdat de talrijke watervogels in het gebied de sappige jonge plantjes hebben weggevreten.
Slechts hier en daar is het riet uitgelopen.
De waterbekkens bij de groote Wielen bestaan uit ondiepe en diepere stroken met water.
De bedoeling hiervan is dat het water via de ondiepe met riet beplantte plekken stroomt, daardoor wordt het water gezuiverd.
Op de zanderige ondiepe stroken is nu een laagje zaadhoudend riet aangebracht, afkomstig uit de Zuiderplas.
Het zaad moet na de winter gaan uitlopen waarna er in de zomer een jonge rietkraag ontstaat, de rietstengels zelf verteren en vormen een goede voedingsbodem.
Hans van der Veeken is belast met de verspreiding van het riet in het waterbekken.
Met een grijpkraan rijdt hij behoedzaam het taluud af het ondiepe water in, waarbij hij handig gebruik maakt van de grijper als ‘derde poot’ vervolgens legt hij een deken van Zuiderplas-riet neer in het ondiepe water.
Wanneer ook dit mislukt hebben we nog een stok achter de deur, zo vertelde Hans, ‘dan moeten er stukjes wortel van de rietplant worden uitgezet, maar eerst moeten we dit maar eens afwachten, volgend jaar kunnen we het resultaat pas zien’.
Naast het riet moet er later wilgenhout in gaan groeien ter bestrijding van de muggen, dit wil men via natuurlijke weg laten gebeuren.
Ook is het de bedoeling dat er vis word uitgezet, dat is nodig om muggenlarven het leven zuur te maken.
Als laatste wordt het geheel nog aangekleed met bomen om kleinere vogels aan te trekken, en zo ontstaat er langzaam een nieuw ecologisch systeem waarin voor mens en dier het prettig is te vertoeven.