Carnaval 2004 komt eraan, nog enkele dagen en het feest barst los.
ROS Kabelkrant nam alvast een kijkje achter de schermen bij het georganiseerde Rosmalens carnaval.
Vandaag in gesprek met: Huub Steenbekkers, adjudant van Z.D.H. prins Harry d’n Eerste.
Huub is geboren en getogen in Zandhazendurp in de Stationsstraat waar café Juliana vroeger was en waar de carnavalsstichting opgericht is.
Hij was op 7-jarige leeftijd de eerste niet officiële jeugdprins.
Tijdens dit carnavalsseizoen is hij voor de tweede maal adjudant van Z.D.H. prins Harry d’n Eerste.
Daarvoor heeft hij als raadslid een aantal jaren deel uitgemaakt van de Raad van XI.
Prins en adjudant zijn een twee-eenheid.
De adjudant fungeert een beetje als soufleur voor de prins en hij is lid van een aantal commissies.
Van de commissie Zandhazendweilfestival is hij een aantal jaren voorzitter geweest.
Dit evenement vindt hij nog steeds een van de hoogtepunten van de periode voor carnaval.
Ook de hernieuwde kennismaking met alle carnavalsvierders op het 11-11 bal ziet hij als een van
de hoogtepunten.
Het seizoen begint al na de zomervakantie met het bedenken van de opkomst bij de onthulling op het
11-11 bal.
De rode draad die door het hele seizoen loopt wordt bedacht, evenementen worden voorbereid,
speeches geschreven, ludieke onderscheidingen bedacht en uitgereikt.
Wat veel buitenstaanders niet in de gaten hebben is dat er heel veel voorbereidingstijd in het carnavalsgebeuren gaat zitten.
‘Ik denk dat ik in snipperdagen zo’n 2 tot 3 weken kwijt ben aan de bovengenoemde voorbereidingen, en
dan heb ik nog niet mee geteld de vele vergaderingen en de knutsel uurtjes voor ludieke onderscheidingen’.
‘Tijdens de carnaval krijg ik kippenvel van de in- en optocht.
Heel veel vrijwilligers zijn met het georganiseerd carnaval bezig en het doet al die vrijwilligers goed om te
zien wat voor mensen massa hun inzet op de been brengt.
Ik schat dat er 80 tot 100 vrijwilligers momenteel het Zandhazendurps carnaval organiseren, en dat is nog
lang niet genoeg !!!
Je bent met z’n alle een feestje aan het bouwen en daardoor ontstaat er het enthousiasme om dit vrijwilligerswerk te doen’.
